Praten over het levenseinde, pro actieve zorgplanning en niet
behandelverklaring
Het gesprek tussen de patiënt en de dokter of andere zorgverleners over de laatste levensfase begint vaak te laat.
Daardoor gaat het niet zelden gepaard met teleurstellingen, onbegrip en het gevoel te laat te zijn om nog wezenlijke besluiten te
nemen. Een gesprek over het naderend overlijden is niet makkelijk, maar wel belangrijk.
Wilt u gereanimeerd worden? Wilt u nog naar het ziekenhuis voor opname?
Hoe ziet u uw laatste fase in het leven? Waar zou u uiteindelijk willen sterven?
Het is belangrijk om ook met uw naasten hierover te spreken. Het voorkomt misverstanden over de hulpverlening in de laatste levensfase en uiteindelijk het
overlijden.
Wij willen als praktijk hierin laagdrempelig zijn en nodigen u graag uit voor een gesprek. Ter voorbereiding op zo’n gesprek kunt u informatie vinden
op https://www.thuisarts.nl/levenseinde, https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/spreken-over-het-levenseinde.htm
Het is belangrijk dat u bij de assistente aangeeft dat het gaat om een gesprek over levenseinde vragen en het heeft toegevoegde waarde om een naaste mee te nemen.
Wij plannen er dan extra tijd voor.
In het gesprek komen de vragen aan de orde over: betreffende wel/niet reanimeren, wel/niet nog ziekenhuisopname, euthanasie, palliatieve sedatie. |
Wat u zou willen in een situatie waarbij u niet meer wilsbekwaam bent (denk aan dementie, onomkeerbare coma of wanneer u zelf niet meer kunt beslissen).
Wilsonbekwaamheid;
In de praktijk treedt de ‘niet behandelverklaring’ in werking op het moment dat iemand wilsonbekwaam wordt. U kunt in een situatie terechtkomen dat u niet (meer) in staat bent zelf aan te geven of u een medische behandeling wel of niet wilt ondergaan. Met behulp van de ‘niet behandelverklaring’ en een vertegenwoordiger kunt u in zo’n geval voorkomen dat er medische handelingen plaatsvinden die niet overeenkomen met uw levensopvattingen. Een hulpverlener moet de ‘niet behandelverklaring’ opvolgen en respecteren. Als er geen ‘niet behandelverklaring’ is opgesteld, behandelt de hulpverlener een wilsonbekwame patiënt volgens de algemeen gangbare opvattingen in de gezondheidszorg.
Een vertegenwoordiger kan uw partner of een familielid zijn, of een andere vertrouwenspersoon. U kunt een vertegenwoordiger aanwijzen in uw ‘niet behandelverklaring’. De vertegenwoordiger behartigt op uw verzoek uw belangen bij wilsonbekwaamheid. De ‘niet behandelverklaring’ geeft hem daarbij houvast.
De ‘niet behandelverklaring’ zal een aantal gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor u zelf, als opsteller daarvan. Door het schrijven van een schriftelijke ‘niet behandelverklaring’ zult u zich sterker bewust worden van de opvattingen die u heeft over gezondheid en ziekte. Het op papier zetten van uw gedachten en opvattingen is heel wat anders dan het uitspreken van meningen en opvattingen zonder meer. Het opstellen van een ‘niet behandelverklaring’ is geen gemakkelijke taak, maar met zo’n verklaring versterkt u wél uw positie in de gezondheidszorg.